Overdosis Sisi.
Af en toe plannen we ook wel eens een paar dagen verlof zonder dat er geringd wordt. En vorige week werd dit fenomeen omgezet in een paar dagen Wenen. Trouwens een aanrader, prachtige (en vooral propere) stad met een bulk aan cultuur en geschiedenis. Het werden dagen met een serie Habsburgers, een overdosis Sisi, heel wat Mozarten en Strausen en ook een beetje vogels (of wat had je gedacht).
Eén van de optrekjes van de Habsburgers
Cultuur meets Mac Donalds
Die hond heeft hij denkelijk opgegeten.
Meneer Straus himself.
Wie het bord negeert weet wat hem te wachten staat.
Beloftevolle straatnaam (bleek een Weense schrijver te zijn en geen vogelsoort)
Ochtend-birding.
Tussen al dat Wiener-geweld door keek ik natuurlijk ook een beetje naar de vogeltjes. Elke morgen voor het ontbijt maakte ik een korte wandeling in de buurt van het hotel en bouwde zo een zeer bescheiden Weense-vogellijst op. Er stonden appelvink, distelvink, sijs, matkop, sperwer, zwarte roodstaart en bonte kraai op. In totaal toch meer dan 20 soorten. En aan de ontbijttafel mocht ik dan telkens verslag uitbrengen.
Bonte kraai die de toeristen graag zag komen.
Birding en cultuur gaan goed samen.
Opgezet.
Maar de topdag was de laatste dag. Tijdens een paar vrije uurtjes kreeg ik van mijn vrouwke de toestemming om mij te verwijderen van de groep. Mijn doel : het natuurhistorisch museum van Wenen. Een goede keuze en een vijfsterren-nominatie in de gids van natuurliefhebbers op citytrip. (Dat is trouwens een gat in de markt)
Dit museum bleek in het bezit te zijn van een schitterende, goed geordende en zeer uitgebreide collectie opgezette vogels. De grootste en ook best verzorgde die ik tot op heden zag. En de rest van de collectie nam ik er met genoegen bij. Op een paar uurtjes een waarnemingslijst met honderden soorten.
Een deeltje van de mooie collectie.
Lammergier “vloog” er ook rond.
En iets verder een apenarend.
Zelfs de uitgestorven trekduif zat er tussen.
Deze vond ik niet in mijn vogelgids.