Het werd een echt telweekend. Vrijdag op zoek naar akkervogels in kader van het Meetnet Agrarische Soorten (dat klinkt alvast voornaam) en gisteren met Gert op pad om onze bijdrage te leveren aan het projectje van onze eigen werkgroep, grote gele kwikken tellen. Of zeg maar zoeken want ze worden schaars.
Die Grote Gele Kwikstaart is trouwens een speciaal geval. Je zou denken als er een grote is, dan zal er ook wel een kleine zijn. Maar jammer genoeg is het weer maar eens niet zo simpel. Er is wel een gele kwikstaart. Neen, ik zeg het verkeerd. Er zijn heel veel gele kwikstaarten. om één of andere onbegrijpbare reden heeft bijna elk land of elke regio zijn eigen gele kwik geadopteerd. In mijn vogelgids staat een hele trits gele kwikken. Van een Engelse, via een Noordse naar een Iberische. En zo verder. Het verschil zit meestal in het geel (rood zou wel heel belachelijk zijn bij een gele kwik) en de tekening op de kop bij de mannetjes. De vrouwtjes zijn minder chauvinistisch en hebben besloten om netjes op elkaar te lijken. Wat het voor mij niet echt makkelijker maakt.
Maar daar doet de Grote Gele Kwik niet aan mee. Neen, daarvoor is hij te voornaam. Want hij straalt echt wel een adelijke stand uit. Zo kiest hij zijn plekje om een nest te bouwen niet zo maar uit. Neen, vlak bij kabbelende beekjes en liefst met een historisch gebouw vlakbij, watermolens genieten zijn voorkeur. Daarnaast houdt hij van zich mooi te laten zien op hoge plaatsen. Nokken van daken, brugleuningen en noem maar op. Maar vooral zijn manier van lopen, zeg maar gerust schrijden. Een Grote Gele Kwikstaart hipt niet, stapt niet. Hij schrijdt. Enkel het wippen met de staart als hij landt laat zien dat hij ooit behoorde tot de gewone klasse van de kwikken.
Ik volg je nieuwe blog ! Doe zo verder .Supper ! Gr Jaak Vdv
LikeLike